Wij leven van hoop en van verlangen; wij zien bij het blijde licht en ademen de zoete lucht in van de toekomst; en zo leven wij, of anders hebben wij geen leven.
Wij leven van hoop en van verlangen; wij zien bij het blijde licht en ademen de zoete lucht in van de toekomst; en zo leven wij, of anders hebben wij geen leven.