Weten dat je niet weet, is een deugd. Niet weten dat je niet weet, is een ondeugd. De wijze heeft geen gebreken, want hij beschouwt alle gebreken als gebreken.
Weten dat je niet weet, is een deugd. Niet weten dat je niet weet, is een ondeugd. De wijze heeft geen gebreken, want hij beschouwt alle gebreken als gebreken.