Telkens wanneer je tegen iemand zegt om zijn andere wang toe te keren of om geweldloos te zijn tegenover een gewelddadige vijand, maak je diegene weerloos. Je berooft hem van zijn door God gegeven recht om zichzelf te verdedigen.
Telkens wanneer je tegen iemand zegt om zijn andere wang toe te keren of om geweldloos te zijn tegenover een gewelddadige vijand, maak je diegene weerloos. Je berooft hem van zijn door God gegeven recht om zichzelf te verdedigen.