Mijn geweten zegt mij dat ik nooit een woord gesproken, nooit een regel geschreven, nimmer een stap heb gedaan om de gunst te bejagen, hetzij van het volk, hetzij van een vorst.
Mijn geweten zegt mij dat ik nooit een woord gesproken, nooit een regel geschreven, nimmer een stap heb gedaan om de gunst te bejagen, hetzij van het volk, hetzij van een vorst.