Levende wezens zijn deels door aangeboren (permanente), deels door verworven (tijdelijke) aanpassing, in evenwicht gebracht met de omstandigheden van hun omgeving.
Levende wezens zijn deels door aangeboren (permanente), deels door verworven (tijdelijke) aanpassing, in evenwicht gebracht met de omstandigheden van hun omgeving.