De lijn is recht en komt altijd voor in zijn twee hoofdtegenstellingen, die de rechte hoek vormen: de beeldende uitdrukking voor het constante. En de maatverhoudingen zijn steeds gebaseerd op deze voornaamste relatie in het vlak.
De lijn is recht en komt altijd voor in zijn twee hoofdtegenstellingen, die de rechte hoek vormen: de beeldende uitdrukking voor het constante. En de maatverhoudingen zijn steeds gebaseerd op deze voornaamste relatie in het vlak.