Armen lachen harder dan rijken. Armen geven grote fooien omdat ze niet willen weten dat ze arm zijn. Rijken geven kleine fooien omdat ze niet willen weten dat ze rijk zijn.
Armen lachen harder dan rijken. Armen geven grote fooien omdat ze niet willen weten dat ze arm zijn. Rijken geven kleine fooien omdat ze niet willen weten dat ze rijk zijn.