Als het u welgaat, bedenk, dat het u weder kwalijk kan gaan; en als het u kwalijk gaat, bedenk, dat het u weder wèl kan gaan.
Als het u welgaat, bedenk, dat het u weder kwalijk kan gaan; en als het u kwalijk gaat, bedenk, dat het u weder wèl kan gaan.