Alle werkelijke hulp begint met deemoed: men moet willen dienen en niet imponeren. Men moet de geduldigste zijn en ook ongelijk kunnen aanvaarden, inzien dat men niet verstaan heeft wat de behoeftige al begrepen had.
Alle werkelijke hulp begint met deemoed: men moet willen dienen en niet imponeren. Men moet de geduldigste zijn en ook ongelijk kunnen aanvaarden, inzien dat men niet verstaan heeft wat de behoeftige al begrepen had.